Soms hink ik een beetje op het andere been: dan vraag ik me af waarom ik thuiswerk. Dan bedenk ik dat buitenshuis werkende moeders, die 's ochtends de huisdeur achter zich dicht trekken (even niet meer denken aan de was, afwas, en andere huishoudelijke opeenstapelingen), hun kinderen afzetten bij oppas, creche of opa en oma (even geen poepluiers, gejengel en aandachttrekkerij) en binnenkomen in een gezellig kantoor waar de technische dienst al je computerproblemen oplost, om vervolgens 's middags weer de deur achter zich dicht te trekken om je werk even helemaal achter je te kunnen laten.
Maar deze week had ik vreselijk medelijden met al die buitenshuis werkende moeders. Want in dit fantastische vakantieweer stonden we elke middag op de schaats op de vijver vlak achter ons huis. Mijn zoon heeft al zomerse sproeten, en bij mij is het wintersportbruin (alleen gezicht, terwijl nek en borst wit blijven) al duidelijk zichtbaar.
Goed, mijn werk heeft er wat onder te lijden, maar we hoeven nu in elk geval niet meer op wintersport. Want omdat juist omdat ik thuiswerk, kon ik afgelopen week gewoon elke middag wintersportvakantie houden.
Abonneren op:
Posts (Atom)