Thuiswerkmama blues: overal is een tijd voor

Terwijl ik dit stukje schrijf ligt er rechts van mij een hele, hele, hele grote stapel. Aan alle kanten steken er spullen uit: een gerafeld blocnote, een boek, papieren, bonnetjes. Ergens midden in de stapel staat een kartonnen doosjs waar die bonnetjes eigenlijk in horen. Folders, kindertekeningen, krantenknipsels, rekeningen, ongeopende enveloppen, gele notitieblaadjes, faxen, foto's, tijdschriften, cd's, zelfs een fotolijstje... Ik durf er niet eens meer aan te komen, aan die stapel, want iedere poging om er iets uit te pakken zou resulteren in het in elkaar zakken van dit kunstige bouwwerk.

En zolang ik nog geen tijd/zin/behoefte heb om me door die stapel heen te werken, is er maar één ding dat ik kan doen: voorkomen dat er links van mij ook zo'n stapel ontstaat. Met andere woorden: alles wat nu links van mij ligt bovenop de stapel rechts kwakken. Althans, met enig beleid zodat de boel niet alsnog in elkaar dondert.

"Je spreekt jezelf wel tegen hoor" sprak een lezeres van mijn boek uitdagend.

Daar moest ik natuurlijk even over nadenken.

"Hier zeg je dat je altijd moet zorgen dat je huis en je werkplek helemaal netjes en opgeruimd moeten zijn. Terwijl je dáár zegt dat je soms gewoon de boel de boel moet laten."

Tja, ik kan me indenken dat dit voor sommige mensen een tegenstelling lijkt. Maar dat is het niet.

Een opgeruimd huis geeft je ten eerste het gevoel dat je ruimte om je heen hebt, waardoor je je makkelijker kunt concentreren op de dingen die je moet doen. Ten tweede voel je niet die druk op je schouders: "Ik moet de was nog doen. Ik moet nog stofzuigen. Ik moet nog zus, ik moet nog zo."

En bovendien, als je dagelijkse regelmaat hebt in je huishouden merk je dat je minder werk hebt dan wanneer je het laat oplopen.

Ik denk dat alle moeders wel weten dat kinderen veel lekkerder spelen als hun speelgoed opgeruimd en gesorteerd is. De lego's bij de lego's, poppen en poppekleertjes bij elkaar, auto's en toebehoren in één bak. En niet drie grote kisten waar treinstellen, barbie-schoentjes, kralen, meccanoschroeven en puzzelstukjes om aandacht moeten vechten.

En zo werkt het ook als je thuis werkt: als in je hoofd tien dingen-die-nog-moeten vechten om je aandacht is het moeilijker je te concentreren op het werk dat je moet doen.

Maar ja, je hebt van die dagen waarop het net lijkt alsof er een bom is ontploft in je huis en je allang blij bent dat je geen been hebt gebroken over rondslingerende knikkers. Je voornemen om vóór het eten samen met de kinderen op te ruimen is in het water gevallen vanwege een huilende baby of andere onverwachte beslommeringen en als je de kinderen dan eindelijk zonder zeuren in bed hebt wil je gewoon het liefst zo snel mogelijk die rommel kwijt. En wat is er dan makkelijker dan alles in één bak kwakken? (Of ben ik de enige moeder die dit doet en moet ik me nu zwaar gaan schamen?!)

Sterker, ik heb van die dagen waarop ik een deadline moet halen en ik een weloverwogen beslissing maak: wat is belangrijker vandaag, het huishouden of mijn werk? De dingen die ècht gedaan moeten worden doe ik dan zo snel mogelijk: een was erin, het aanrecht schoon, restjes in de koelkast. Maar dan vetrek ik naar zolder om aan het werk te gaan. Dat zijn de dagen waarop ik de boel de boel laat.

Dan moet ik echter één ding wel doen en dat is vertrouwen hebben. Hoe moeilijk het ook is, al die dingetjes die er nog moeten gebeuren moet je naast je neerleggen. En dat kun je alleen als je het vertrouwen hebt dat er overal een juiste tijd voor is.

Omdat ik het de laatste maanden ontzettend druk heb gehad was ik al tijden niet meer toegekomen aan het uitzoeken en opruimen van het speelgoed van de kinderen. De bakken met speelgoed waren vervuild met papiersnippers, spinnen en rotzooi van diverse komaf. Ik begon steeds meer tegen de klus op te zien. Maar ik liet het zo, omdat ik simpelweg de tijd en de puf er niet voor had.

"Er komt een tijd voor" hield ik mezelf voor.

En dit weekend was het zover. Zakelijk gezien was de werkdruk van de ketel en ik had ineens de energie, sterker nog, de behoefte om te gaan ruimen. Het ging heerlijk soepel, omdat ik gewacht had tot de tijd er rijp voor was. Ik weet zeker dat als ik het eerder, met tegenzin had gedaan, de klus veel moeizamer was verlopen.

En toch, en toch... de kinderen spelen al een paar dagen heerlijk rustig na hun hernieuwde kennismaking met het speelgoed. Als ik dit eerder had gedaan, had ik ook weer meer tijd en rust gehad om te werken...

Dus misschien spreek ik mezelf inderdaad wel tegen, misschien moet je nooit de boel de boel laten omdat je dan ooit een keer ergens vastloopt.

Ik kijk even naar de stapel naast me en ik besluit: overal is een tijd voor. En nu is het tijd om die stapel aan te pakken.